Vanaf een leeftijd van 6 maanden adviseren wij om poezen en katers te laten castreren of  steriliseren. 

Waarom een sterilisatie of castratie

Voor poezen is het van belang om vroeg te steriliseren, omdat dit het risico op melkkliertumoren met 90% verminderd. Deze tumoren

kunnen op jonge leeftijd al voorkomen bij niet-gesteriliseerde poezen en zijn meestal kwaadaardig. Voor katers is het verstandig om op 6

maanden te castreren, om te voorkomen dat ze in huis gaan sproeien. Ook worden de ongecastreerde katers 2 keer zo vaak aangereden,

omdat ze op zoek gaan naar krolse poezen en dan minder opletten in het verkeer.  

Voor de castratie of sterilisatie

De kat moet voor de operatie nuchter zijn. Dit betekent dat de kat de avond voor de operatie vanaf 22:00 niet meer mag eten. Water mag

wel. Dit allemaal om braken tijdens de narcose te voorkomen. Eventueel kan nog besloten worden om vooraf een pre-anesthetisch

bloedonderzoek te laten verrichten, om de lever en de nieren na te kijken. Maak hier vooraf een afspraak voor op de praktijk. 

De castratie of sterilisatie

U brengt uw kater of poes om 9:00 op de praktijk. De kat wordt dan opgenomen en u krijgt een brief mee met wat aanvullende informatie

over de verzorging thuis. Eerst wordt de kat nog een keer onderzocht, of hij of zij gezond is om onder narcose te gaan. Bij katers wordt

gecontroleerd of er twee ballen aanwezig zijn. Bij poezen wordt als het nodig is gecontroleerd of ze niet drachtig zijn. Hierna worden ze

gewogen en krijgen ze een narcose. Als ze goed onder narcose zijn worden ze geopereerd. 

Als de operatie klaar is, worden de katten op een kleedje onder een warmtelamp gelegd. Met de moderne narcosemiddelen van

tegenwoordig is het mogelijk om de katten ‘ ‘wakker te prikken’. Wanneer u de kat weer komt halen is hij of zij goed wakker. Natuurlijk is

nog wel wat nazorg nodig

De nazorg

Na de operatie zal de kat nog veel rust nodig hebben thuis. Leg ze op een warm plekje neer en laat ze zoveel mogelijk met rust. Eten mag

als de kat goed wakker is en op zijn vroegst in de avond. Geef een kleine portie, omdat de katten vaak nog misselijk zijn van de narcose.

Ook drinken mag pas weer ’s avonds en ook in kleine porties. Katers hebben geen hechtingen na de operatie en mogen aan de wond

likken. Poezen hebben wel hechtingen en moeten hier 10 dagen vanaf blijven. Hier zijn verschillende hulpmiddelen voor. U kunt een kraag

gebruiken of een medical pet shirt. 

Na de castratie of sterilisatie

Na een castratie of sterilisatie hebben de katten de neiging om dikker te worden. Dit kunt u tegengaan door nog maar 70% van het

oorspronkelijke voer te geven. Ook is het aan te raden om een speciaal voer te geven voor gecastreerde katers of gesteriliseerde poezen.

Dit voer bevat vaak minder calorieën per brok en meer vezels, zodat de katten wel een verzadigd gevoel hebben. Vraag na de castratie of

sterilisatie naar de mogelijkheden.